Een Duitse staartklok


Afbeelding 1
Inleiding
Op een veiling in het Noorden van het land werd onlangs een staartklok geveild die je snel over het hoofd ziet (zie afbeelding 1). De klok werd door het veilinghuis omschreven als: Een staartklok, Duitsland, Ost Friesland, midden 19e eeuw. Net als de meeste andere staartklokken zonder mechaniek was de verwachte opbrengst belachelijk laag omdat niemand zo’n klok nog wil hebben.

Afbeelding 2
De beschrijving van het veilinghuis leek op het eerste zicht een valide omschrijving voor de klok maar een beetje klokkenliefhebber wil ook altijd even ‘onder de kap’ kijken om het uurwerk te zien. Zo gezegd zo gedaan, en daar bleek de klok een verassing in petto te hebben. In plaats van het te verwachte stoel/staartklok-uurwerk werd er bij deze staartklok een platine-uurwerk aangetroffen. Dat geconstateerd hebbende, blijkt ook de keramieken wijzerplaat niet echt een kenmerk te zijn dat bij Ost Friese staartklokken voorkomt. Maar toen bleef de vraag; wat is dit dan voor een klok ??? Tijd om de klok eens goed te bekijken.

De kast
De kast is qua uiterlijk duidelijk afgeleid van de Friese staartklokkasten maar is constructief anders gebouwd. Waar de Friese kastenbouwers veel nagels voor de verbindingen gebruiken om de kastdelen aan elkaar te zetten is dat bij deze klok niet het geval. Bij zowel de achterplank als de kap worden de verschillende delen door middel van hoekklosjes aan elkaar gelijmd, dit is goed te zien in afbeelding 2. Daarnaast lopen de 2 zij-consoles van de staart helemaal door tot aan de achterzijde van de achterplank, ter opheldering zie afbeelding 3. Dit geeft een mooiere afwerking omdat er geen naden te zien zijn aan de zijkant van de staart van de kast.
Afbeelding 3

Volgens meubelmaker Michiel van den Ent zijn de gebruikte houtsoorten voor deze klok; eiken voor de zichtbare stukken en vurenhout voor de niet zichtbare delen. Wat de kast betreft zijn er nog een aantal opvallende zaken:
  • De kast is zwaarder gebouwd dan de Friese staartklokkasten
  • De kast heeft geen ruitjes in de kap, om het uurwerk te kunnen zien
  • Het contour van de bovenzijde van de kap is van een model wat in Friesland niet voorkomt
  • De sierkolommen aan de kap zijn van een ongebruikelijk model
  • Het ornament voor de slingerlens is afwijkend en van hout
De kap is naar voren afneembaar en heeft een deur met scharnieren aan de rechterzijde. De afmetingen van de kast zijn: 146cm hoog, kap 40cm breed, staart 45,5cm breed en 21cm diep.

Afbeelding 4
De wijzerplaat
De klok heeft voor een staartklok een afwijkende wijzerplaat. Dit model wijzerplaat komen we regelmatig tegen op Westfaalse klokken (waaronder het Bergische land) en Winterwijkse klokken gemaakt door Rathmer en Rotmans.
De basis van de wijzerplaat is een ijzeren grondplaat die momenteel groen geverfd is, op de grondplaat is een keramieken wijzerplaat geschroefd, zie afbeelding 4. De keramieken wijzerplaat heeft 4 gaten om vastgezet te worden, maar vreemd genoeg zijn maar 2 gaten gebruikt. Achterop is de keramieken wijzerplaat gemerkt “Vaudrevange 10”. In het toenmalige Franse Vaudrevange (tegenwoordig het Duitse Wallerfangen) stond een keramiek fabriek die onder andere wijzerplaten produceerde. In de beschreven geschiedenis van de fabriek is een catalogus opgenomen waarin de wijzerplaat afgebeeld wordt en aangeduid als ‘Feinsteingut”. Volgens de tekst in de catalogus is dit type wijzerplaat geproduceerd in het tweede kwart van de 19e eeuw.
In de hoeken van de grondplaat en in de toog zijn loden ornamenten aanwezig, niet zoals verwacht latoen-koperen ornamenten. Het ornament in de toog laat een bloemenmand zien en twee leeuwen die door cherubijnen worden bereden. De wijzerplaat heeft 4 aangeklonken poten die door de voorplatine van het uurwerk heen steken om met voorsteekpennen te worden vastgezet. De wijzers zijn relatief zwaar en lijken bij de klok te horen.
De afmetingen van de wijzerplaat zijn: Wijzerplaat 41,5 hoog en 32cm breed, keramieken plaat is 25,8cm in diameter.


Afbeelding 5

Het uurwerk
Net als de kast en de wijzerplaat is het uurwerk van de klok afwijkend, robuust en van goede kwaliteit. Het uurwerk heeft dikke ijzeren platines die met elkaar verbonden zijn door middel van messing pilaren. De pilaren zijn op beide platines met voorsteekpennen vastgezet.

Afbeelding 6
Afbeelding 7
Wat meteen opvalt is dat het uurwerk andersom gebouwd is dan de meeste uurwerken, het slagwerk bevindt zich aan de rechterzijde en het gaande werk aan de linkerzijde, zie afbeelding 5. In het uurwerk is veel ijzer gebruikt, eigenlijk alleen de tandwielen, windvleugel en de aanzetten van de tandwielen en lichters zijn van messing. Het zaagslagwerk slaat de uren voluit met een enkele hamer op 1 gong en de halfuren ook voluit op dezelfde gong met twee hamers die vlak na elkaar gelicht worden. De klok is een vroeg voorbeeld van slagwerk op een gong, het uurwerk heeft nooit een bel gehad. De hamerkoppen lijken wel zo gemaakt dat ze zowel voor het slaan op een bel als op een gong gebruikt kunnen worden, de ene kant heeft een sleuf voor een stukje leer de andere kant heeft de vorm van een hamer die voor een bel gemaakt is (zie afbeelding 6). Ongebruikelijk is ook dat het wijzerwerk aangedreven wordt door het wisselrad dat op de as van het grondrad van het gaand werk gemonteerd is (zie afbeelding 7).

Het uurwerk heeft een lange slinger (bijna een secondeslinger, 0,93sec) en heeft een grote, zware slingerlens van 10cm in diameter. De slinger is opgehangen aan de achterplank van de kast, de looptijd van het uurwerk is 24 uur.

Als laatste moet nog opgemerkt worden dat het uurwerk een repetitielichter heeft die met 2 touwtjes aan beide zijden bediend kan worden. De veren voor de belhamers zijn aan de binnenzijde van de achterplatine gemonteerd en zijn aan de forse kant, maar wel mooi afgewerkt (zie rode pijl in afbeelding 8).
De afmetingen van het uurwerk zijn: 14,7cm hoog, 12,3cm breed en 6,5cm diep. Platines 4mm dik. De tandaantallen zijn weergegeven in afbeelding 9.

Afbeelding 8


Afbeelding 9

Gelijkenissen
Het is interessant om deze staartklok te vergelijken met bestaande exemplaren uit Nederland  en Oost-Friesland. Friese en Groningse staartklokken zijn totaal anders qua uiterlijk, constructie van de kast, wijzerplaat en uurwerk. Daar komt de klok zeker niet vandaan.
Buiten Friesland en Groningen zijn Nederlandse staartklokken eigenlijk sowieso een rariteit en totaal niet lijkend op de klok die we hier bespreken. Bijvoorbeeld de totaal niet gelijkende staartklokken gemaakt door Johannes Meckeveldt.
Kijken we naar de regio Ost Friesland dan zijn er ook aanmerkelijke verschillen; de constructie van de kast, het uurwerk en eigenlijk ook wel de wijzerplaat zijn anders. Het is dan ook aannemelijk om te stellen dat de klok niet in Ost Friesland gemaakt is.
Als we de staartklok vergelijken met de staande klokken gemaakt door de Winterswijkse makers Rathmer en Rotmans, zie we qua wijzerplaat grote gelijkenis. Ook deze 2 makers gebruikte de aardewerken wijzerplaten, in “Achterhoekse klokken en uurwerkmakers” (blz 140) wordt een wijzerplaat van een Achterhoekse staande klok afgebeeld die identiek is aan die van de staartklok. Zelfs hetzelfde merk “Vaudrevange 10” is aanwezig. De uurwerken van Rathmer en Rotmans hebben in eerste instantie ook veel weg van het uurwerk van deze staartklok er zijn echter ook verschillen die er toch op duiden dat het uurwerk niet in de Winterswijkse regio gemaakt is. Een voorbeeld is hiervan is dat bij de Winterswijkse klokken de pilaren van het uurwerk doorsteken naar voren om hier de wijzerplaat aan vast te kunnen zetten. Naast bovengenoemde voorbeelden zijn er geen Nederlandse staartklokken te vinden die zich laten vergelijken met de hier beschreven staartklok.

Afbeelding 10
Die Zeit vor Augen
Afbeelding 11
In het interessante boek “Die Zeit vor Augen” worden klokken beschreven die gemaakt zijn in en rondom het Duitse deelgebied Westfalen. Op pagina 293 en 294 worden 2 staartklokken afgebeeld die een opmerkelijke gelijkenis vertonen met de hier besproken staartklok, zie afbeelding 10 en 11. De staartvorm en de contour van de bovenzijde van de kap zijn sterk gelijkend en beide klokken hebben een keramieken wijzerplaat. De uurwerken zijn helaas niet afgebeeld maar uit de beschrijving valt op te maken dat beide klokken een platineuurwerk hebben met ijzeren platines, de klok van afbeelding 10 met ronde pilaren. Het slagwerk van de klok van afbeelding 10 is ook hetzelfde, namelijk de uren voluit op hele en halve uren. De klok van afbeelding 11 heeft slagwerk met een sluitschijf.

Belangrijk is dat de klok van afbeelding 10 gesigneerd is, namelijk “Hinr. Brillmann und Anna Brillmann in Papenburg”. De auteurs van het boek dateren de klok; circa 1840. De klok van afbeelding 11 is helaas niet gesigneerd en wordt door de auteurs geplaatst in het gebied Meppen – Oldenburg. De klokken zijn dus, volgens de auteurs, ten noorden van de deelstaat Westfalen vervaardigd.
Ook in het boek Dutch Antique Domestic Clocks wordt een staartklok afgebeeld (pag  331 & 332), die volgens Sellink zijn oorsprong vindt in het gebied tussen Westfalen en Ostfriesland, zie afbeelding 12. De klok heeft een iets andere kapvorm maar een gelijkende staart en ook weer een keramieken wijzerplaat. Het platine-uurwerk heeft open-gezaagde platines, maar het is niet bekend of deze van ijzer zijn. Interessant is nog wel dat ook deze klok de hele en de halve uren middels een zaagslagwerk voluit slaat, in dit geval op een combinatie van bel en gong.

Duitse Staande klokken
Naast de paar staartklokken zijn er veel meer staande klokken gemaakt in de regio Westfalen en omstreken. Deze staande klokken zijn net als hun Bergische soortgenoten opgebouwd uit een romp en een los daarop geplaatste uhrenkopf. Hetgeen de reden is waarom er relatief veel losse uhrenkopfen in omloop zijn, al deze de klokken hebben ooit een romp gehad. Het hoogtepunt van deze staande klokken ligt in de 18e eeuw, na 1800 wordt hun aantal minder om na 1840 nagenoeg te verdwijnen. Qua kasten is het dan ook moeilijk om een gelijkenis te maken met de staartklokken uit deze regio. Echter zien we wel vanaf ongeveer 1780 de keramieken wijzerplaat op deze staande klokken verschijnen, eerst zijn de wijzerplaten nog van faience gemaakt later van steengoed. Echter zien we deze ontwikkeling ook op de Bergische uhren.
Afbeelding 12
Qua uurwerk laten de staande klokken uit de regio Westfalen en omstreken niet veel ontwikkeling zien, echter wel veel onderlinge verschillen. Vanaf 1750 wordt vrijwel altijd een platine uurwerk gebruikt met ijzeren platines, maar zoals vermeld, zijn de uurwerken geen eenheidsworst. De volgende verschillen komen we tegen:|
  • Vierkante pilaren of ronde pilaren.
  • Meestal ijzeren maar soms messing pilaren.
  • Meestal massieve maar soms uitgezaagde platines.
  • Het slagwerk meestal links maar soms ook aan de rechterzijde van het uurwerk.
  • Meestal geen wekkerwerk.
  • Het wijzerwerk wordt vaak aangedreven door een wisselrad dat direct op grondrad is bevestigd, maar niet altijd.
Net als het gebruik van keramieken wijzerplaten tonen de uurwerken van de staande klokken grote gelijkenis met het uurwerk van de hier besproken staartklok.
De laatste ontwikkeling van de Duitse staande klokken zijn overigens de exemplaren met een Schwarzwald uurwerk en houten gelakte wijzerplaat.

Conclusie
Samenvattend kan geconcludeerd worden dat de hier beschreven staartklok een zogenaamde ‘Halbkastenuhr’ is die in Duitsland gemaakt is. Waarschijnlijk in het gebied Papenburg – Oldenburg – Cloppenburg – Meppen, zie afbeelding 13. De klok is vrij nauwkeurig te dateren rond 1840
De kwaliteit van de staartklokken uit dit gebied lijkt wat hoger dan de klokken uit Friesland. De kasten zijn zwaarder gebouwd en zijn anders van constructie. De platine-uurwerken zijn van goede kwaliteit, hebben veelal zaagslagwerk dat de uren en halfuren voluit slaat en hebben altijd een looptijd van 24 uur of korter. De klokken lijken veelal gebruik te maken van een gong, hetgeen deze klokken vernieuwend maakt omdat dit een vroeg gebruik van een gong is.
De wijzerplaten van de klokken zijn altijd opgebouwd uit een ijzeren grondplaat en een keramieken cijferring. De wijzers ogen wat moderner dan de klassieke vormen die op de Friese staartklokken gebruikt worden, dit sluit weer aan met het vernieuwende gebruik van een gong.
Een succes lijken deze staartklokken echter nooit geweest te zijn, gezien het feit dat er maar zo weinig overgebleven zijn. Er zijn bij de schrijver maar 4 van dergelijke staartklokken bekend. Deze staartklokken zijn mogelijk een poging geweest om de teruglopende afname van de staande klok op te vangen. Waarschijnlijk zonder succes.
En zo blijkt deze, op het eerste oog, weinig bijzondere klok een zeldzaam exemplaar te zijn. De moeite waard om onder de aandacht van de klokkenliefhebber te brengen.

Afbeelding 13
Bronnen en geraadpleegde literatuur
Die Zeit vor Augen - Jan Carstensen & Ulrich Reinke
Dutch Antique Domestic Clocks - J.L. Sellink
Achterhoekse Klokken en Uurwerkmakers - Sellink, Abbink en Wiggers
Wallerfanger Steingut – Beatrix Adler

Foto verantwoording:
Afbeelding 10 & 11         : Die Zeit vor Augen – Jan Carstensen & Ulrich Reinke (Hg.)
Afbeelding 12                   : Antique Domestic Clocks - J.L Sellink

Bijschrift afbeeldingen:
Afbeelding 1      : De staartklok in kwestie
Afbeelding 2      : De kast zonder schuif en kap
Afbeelding 3      : De achterzijde van de kast
Afbeelding 4      : De wijzerplaat
Afbeelding 5      : De rechter voorzijde van het uurwerk
Afbeelding 6      : De hamerkoppen
Afbeelding 7      : De linker voorzijde van het uurwerk
Afbeelding 8      : Bovenzijde uurwerk, zie rode pijl voor hamerveren
Afbeelding 9      : Overbrengingsgegevens uurwerk
Afbeelding 10   : Gesigneerde staartklok uit Papenburg              
Afbeelding 11   : Ongesigneerde Duitse staartklok
Afbeelding 12   : Nog een Duitse staartklok
Afbeelding 13   : Het gebied waar de klok waarschijnlijk gemaakt is

Meest gelezen

Een Groningse Stoelklok ?

Stoelklokken van Ter Swaek en Bakker

Oost-Friese Stoelklokken

Stoelklokken zonder wekker

Jan Jacobs, uurwerkmaker te Gorredijk

Een tafelklok van Goslink Ruempol

Een provinciaal Amsterdammertje

Ruempol stoelklokken, een analyse

Tijdsregistratie in het verleden