Een tafelklok van Goslink Ruempol
De naam Ruempol is synoniem aan een stoelklok met een puntdakje, apart
wijzerwerk en een prachtig gemaakt
uurwerk. Toch is dit niet het enige type klok dat Goslink Ruempol, die leefde
van 1682 tot 1759, voortgebracht heeft. Naast de bekende stoelklokken zijn er
ook drie staande klokken van Goslink Ruempol bekend, twee van deze klokken zijn
beschreven in het boekje “Achterhoekse klokken en Uurwerkmakers” en hebben een
platine uurwerk met roterende maanbol in de wijzerplaat. Een derde staande klok
met een stoelklok uurwerk wordt in “de Nederlandse staande klok” afgebeeld en
is waarschijnlijk zijn leven niet als staande klok, maar als stoelklok
begonnen. Dat Goslink Ruempol ook tafelklokken gemaakt heeft is waarschijnlijk minder
bekend en er zijn er vermoedelijk ook zeer weinig van overgebleven.
Sinds een aantal jaren staat in de ‘Blauwe logeerkamer’ van
de Fraeylemaborg te Slochteren een tafelklok op een commode die gesigneerd is
“Goslink Ruempol Laaren”, zie afbeelding 1.
De Fraeylememaborg is één van de weinig overgebleven Groningse Borgen die
zijn ontstaan heeft in de 13e eeuw. Een
borg is zoals waarschijnlijk wel bekend een versterkte herenboerderij.
De tafelklok is eigendom van de ‘van der Wijck Stichting’ voortkomend uit de bezittingen van Dhr. Dr. H.W.M. van der Wijck die woonachtig geweest is te Doorn. Een envelop met een notitie, aanwezig in de klok, linkt de klok mogelijk aan Huis Archem bij Ommen dat hemelsbreed 30km van Laren ligt. Het is zeker niet ondenkbaar dat de bewoners van huis Archem in de 18e eeuw een tafelklok bij een klokkenmaker van naam in de buurt hebben gekocht. De hier beschreven tafelklok is een zeer bijzondere klok met een opmerkelijk aantal afwijkende details die in dit artikel besproken zullen worden.
De klok heeft een opmerkelijke kast die enigszins Hollands
aandoet, maar tegelijkertijd ook afwijkend is. De kast is gemaakt van eikenhout,
gefineerd met notenhout en heeft een getoogde kap die bekroond wordt met een
overhangende gesneden kuif. De kast heeft bovenaan een band met zaagwerk die
doorloopt van de voorzijde naar de beide zijkanten, die daaronder aan
weerszijden ook voorzien zijn van panelen met zaagwerk. De toog van de kastdeur
is ingelegd met een lichtere houtsoort. De klok heeft aan de achterzijde een
deur met een glaspaneel en de kast staat op kleine gecontouneerde voeten.
Opmerkelijk is dat de kast een getoogde kap heeft maar, dat de wijzerplaat vierkant is. Er zijn echter geen aanwijzingen gevonden dat de kast niet bij het uurwerk hoort.
Opmerkelijk is dat de kast een getoogde kap heeft maar, dat de wijzerplaat vierkant is. Er zijn echter geen aanwijzingen gevonden dat de kast niet bij het uurwerk hoort.
Bij het openen van de deur die toegang geeft tot de
wijzerplaat, valt op dat de kast nogal ruim bemeten is voor het uurwerk en de wijzerplaat.
Daarnaast loopt het frame van de kast niet door, waardoor er dus geen masker
rondom de wijzerplaat aanwezig is, zie afbeelding 2. De deur aan de achterzijde
past echter goed ten opzichte van de niet gegraveerde achterplatine. Wat ook
meteen opvalt, maar op de foto niet zo goed zichtbaar is, is dat onder de
signatuur op de cijferring, de voorplatine met grove gegraveerde cijfers
gedateerd is 1751. Dit geeft dus aan dat Goslink Ruempol de klok gemaakt heeft
toen hij 68 of 69 jaar was, 8 jaar voordat hij zou overlijden.
Afbeelding 3 toont de wijzerplaat die prachtig gegraveerd is
binnen de cijferring en ook een gegraveerde rand heeft. Daarnaast heeft de
wijzerplaat een schijnslinger en een
vierkante opening voor de datumaanduiding. De wijzerplaat meet 20,6
centimeter in het vierkant en vertoont grote gelijkenis met de wijzerplaten van
de twee staande klokken. De opwindassen zijn net als bij de twee staande
klokken ‘uitgekruist’ en de halfuurtekens en halve kwartiertekens zijn identiek
aan die van één van de staande klokken.
De gegoten hoekstukken zijn afwijkend van vorm en stellen een gezicht voor
omgeven door draperieën en guirlandes. Aan de achterzijde van de hoekstukken
zijn de graveertekens “M O” aanwezig. Deze graveertekens komen niet op de andere
onderdelen van de klok voor. Dit zou kunnen wijzen op hergebruik van
onderdelen, maar meer dan giswerk is dit niet.
De cijferring is onderin gesigneerd
“Goslink Ruempol Laaren”, zie afbeelding 4. De wijzers zijn van gesmeed staal
en zijn beide met een uitgezaagd vierkant op het wijzerwerk bevestigd, ze
lijken origineel te zijn.
Qua datering van de klok kunnen we nog iets preciezer zijn
dan 1751, achter op de cijferring staat gekrast ”den 28 February 1751”. Naast
deze datering is de klok nog op diverse plaatsen voorzien van reparatiemerken
en andere tekens; op de datumring zijn achterop de cijfers ‘1 2 3 4‘ gekrast om
de graveerrichting aan te geven. Achterop de wijzerplaat is nog een
reparatiemerk te vinden die de link met Huis Archem verstevigd, er staat
namelijk te lezen “G. v/d Koek Ommen 26 jan 1933” en daar vlakbij “22 Nov 54”.
Het prachtige uurwerk is door de voordeur van de kast gemakkelijk uit te nemen en is werkelijk een unicum te noemen, zie afbeelding 5 en 6. Het eerste wat opvalt is de grootte van het uurwerk, de platines meten 21,1 X 14,1 centimeter en de afstand tussen de platines is ongebruikelijk groot, 7,3 centimeter.
De voorzijde van het uurwerk is weergegeven in afbeelding 7,
de voorplatine is niet fraai afgewerkt en heeft een ruwe structuur. De meeste
onderdelen op de voorplatine zijn gemaakt van messing, slechts de zaag, de dubbele
belsteun en enkele kleine onderdelen zijn van staal gemaakt.
De klok heeft Hollands slagwerk en slaat dus de halve en hele uren voluit op respectievelijk
een hoge en een lage bel. De twee belsteunen, zijn uit een metaalstrip
vervaardigd. De belsteun voor de halfuurbel is bevestigd aan de belsteun voor
de uurbel .
De twee slagwerklichters op de voorplatine zijn brede
messing strippen, die in tegenstelling tot de bussen waarmee ze op hun as
zitten, niet erg fraai zijn afgewerkt, zie afbeelding 9. De wipwap waarmee de aandrijfassen
voor de belhamers wordt verzet, is van een zeer ongebruikelijke vorm. Op de
achterplatine zit nog een ander soort wipwap die wanneer de aandrijfas voor de
belhamer t.b.v. de uurslag naar achteren verzet wordt, deze de aandrijfas voor
de belhamer t.b.v. de halfuurslag naar voren duwt, zie afbeelding 8. Dit
principe gebruikt Ruempol ook in zijn stoelklokken.
De onderste aandrijfas voor de belhamer is met een sierlijke boog om het tandrad van de snek heengeleid. Dit komen we ook op één van zijn staande klokken tegen.
De onderste aandrijfas voor de belhamer is met een sierlijke boog om het tandrad van de snek heengeleid. Dit komen we ook op één van zijn staande klokken tegen.
De verbindingstukjes tussen de slagaandrijving en de hamerassen
zijn twee aan elkaar geklonken messing strippen van verschillende dikte. De
dunste strippen zijn verend en door deze strippen van elkaar te buigen zijn ze
eenvoudig uit elkaar te halen. Deze verbindingstukjes zijn net als de typische
belhamers ook te vinden in beide staande klokken van Ruempol en te zien in
afbeelding 9. De beide belhamers zijn helemaal van messing gemaakt en hebben
een stalen inzet die het contact met de bel maakt en voor de juiste klank
zorgt, zie afbeelding 10. Het vermelden waard zijn ook de stalen veren voor de
belhamers, deze lopen horizontaal tussen de platines en zijn met twee nokken
los in de platine geborgd, waarna ze met één messing brug op de voorplatine zijn
bevestigd
Het wijzerwerk op de voorplatine bestaat uit een minuutrad, wisselrad en een uurrad. De kloof voor het wisselrad is fraai uitgezaagd en doet denken aan de paardenkop die we in Friese- en Groningse klokken wel tegenkomen op de lichter voor de sluitschijf. De trappenschijf is met twee voorsteekpennen op de bus van het uurrad vastgezet, dit komen we weer tegen bij één van de staande klokken waar de uurwijzer op dezelfde manier is vastgezet. Zie afbeelding 11.
Het wijzerwerk op de voorplatine bestaat uit een minuutrad, wisselrad en een uurrad. De kloof voor het wisselrad is fraai uitgezaagd en doet denken aan de paardenkop die we in Friese- en Groningse klokken wel tegenkomen op de lichter voor de sluitschijf. De trappenschijf is met twee voorsteekpennen op de bus van het uurrad vastgezet, dit komen we weer tegen bij één van de staande klokken waar de uurwijzer op dezelfde manier is vastgezet. Zie afbeelding 11.
Dan komen we nu aan tussen de platines waar ook het nodige
te beleven valt.
Het uurwerk wordt bij elkaar gehouden door vijf stellingpoten, vier ervan zijn
mooi gevormd zoals we dat verwachten bij een
klok van deze kwaliteit. De vijfde stellingpoot is echter onbewerkt en
recht van vorm, deze bevindt zich in het midden tussen de snekken en de
veertonnen en is net te zien in afbeelding 5.
De klok loopt op snekken die door middel van kettingen aan
de veertrommels zijn verbonden, de kettingen zijn vreemd genoeg gemaakt van staal
en messing. De binnenste schakel en de pennen zijn van staal maar de twee
buitenste schakels zijn van messing. Dit is waarschijnlijk gedaan ter
voorkoming van slijtage en zeer ongebruikelijk. Daarnaast zijn de snekken diep
uitgesneden hetgeen resulteert in zeer dunne opstaande wanden. Ook de palling
van de snekken is, ondanks dat dit slecht zichtbaar is, prachtig versierd. Dit
is goed te zien in afbeelding 12.
De snekstuitingen die ervoor zorgen dat de klok niet te ver opgewonden kan worden, hebben normaal gesproken veren die aan de voorplatine bevestigd zitten. Ruempol heeft ze net andersom gemaakt, de veren zijn aan de snekstuitingen vastgeklonken en drukken tegen de voorplatine aan.
De snekstuitingen die ervoor zorgen dat de klok niet te ver opgewonden kan worden, hebben normaal gesproken veren die aan de voorplatine bevestigd zitten. Ruempol heeft ze net andersom gemaakt, de veren zijn aan de snekstuitingen vastgeklonken en drukken tegen de voorplatine aan.
Het schakelrad heeft een kloof die bevestigd is aan de
voorplatine, de tanden van het kroonrad wijzen naar de voorplatine, zie
afbeelding 13. Normaal gesproken zit dit andersom en dit betekent dat het schakelrad
de andere kant op draait (van bovenaf gezien tegen de klok in). Dit heeft weer
als gevolg dat de tanden van het schakelrad ook andersom gefreesd zijn. Dit
komt weleens vaker voor (zeker bij Engelse uurwerken) maar is toch opmerkelijk
te noemen.
Laatste opmerkelijke feit tussen de platines zijn de messing
assen voor slagaandrijving en de hamerassen. Deze zijn voorzien van stalen tappen
die in de messing as geboord zijn. Net als bij de hamers lijkt Ruempol in zijn
uurwerk het gebruik van staal tot een minimum te hebben beperkt.
Op de achterplatine is niet zoveel te beleven, er is echter wel meer tijd aan de afwerking besteedt dan bij de voorplatine, zie afbeelding 14. Buiten een lelijke lijmvlek veroorzaakt door een verhuissticker, zijn slechts de kloof voor de slingerophanging en de wipwap voor het omschakelen van de aandrijfassen van de belhamers zichtbaar. De kloof is ajour gezaagd en heeft momenteel een touwtjesophanging waarbij door verdraaiing van het wieltje het touwtje, en dus de slinger, langer of korter wordt . Bij verwijderen van dit mechanisme zijn er lege gaten in de kloof zichtbaar. Gezien het feit dat de slinger redelijk laag hangt, bestaat het vermoeden dat de klok ooit een korte galg gehad heeft, zoals bij de stoelklokken van Ruempol. Maar zeker weten doen we dit niet.
Daar er geen enkele andere tafelklok van Goslink Ruempol
bekend is, rijst de vraag of hij de klok zelf gemaakt heeft of slechts
gesigneerd heeft. Om hier duidelijkheid over te krijgen vergelijken we de
tafelklok met de twee staande klokken van Goslink Ruempol die ook een
platineuurwerk hebben en met de mogelijke overeenkomsten die in zijn
stoelklokken te vinden zijn.
Dit leidt tot de volgende kenmerken die ook op één of meerdere andere klokken van Goslink Ruempol voorkomen:
Dit leidt tot de volgende kenmerken die ook op één of meerdere andere klokken van Goslink Ruempol voorkomen:
- De vorm van de stellingpoten
- Het gegraveerde jaartal op het uurwerk
- De omschakeling van de aandrijfassen voor de belhamers (de ene as verzet de andere)
- De messing assen voor de aandrijfassen en hamerassen met stalen tappen
- De gebogen aandrijfas om het grondrad (snek) heen
- De verbindingstukjes tussen de slagaandrijving en de hamerassen
- De hamerkoppen met stalen inzet
- De vorm van de zaag
- De vorm van de slagwerklichters (uit plaat vervaardigd)
- De uitgekruiste opwindvierkanten
- De bevestiging van de trappenschijf met twee voorsteekpennen
- De halfuur- en halve kwartier markering
- Het gegraveerde jaartal op het uurwerk
- De omschakeling van de aandrijfassen voor de belhamers (de ene as verzet de andere)
- De messing assen voor de aandrijfassen en hamerassen met stalen tappen
- De gebogen aandrijfas om het grondrad (snek) heen
- De verbindingstukjes tussen de slagaandrijving en de hamerassen
- De hamerkoppen met stalen inzet
- De vorm van de zaag
- De vorm van de slagwerklichters (uit plaat vervaardigd)
- De uitgekruiste opwindvierkanten
- De bevestiging van de trappenschijf met twee voorsteekpennen
- De halfuur- en halve kwartier markering
Daarnaast heeft het uurwerk nog kenmerken die niet als
typisch Ruempol aan te merken zijn, maar wel bijzonder zijn en niet of
nauwelijks voorkomen op andere Nederlandse platine uurwerken.
- De kettingschakels gemaakt van ijzer en messing (om en om)
- De diepe sleuven in de snek
- De draairichting van het schakelrad (omgekeerde tanden)
- De ronde onversierde pilaar in het midden van het uurwerk
- De ongebruikelijke snekstuitingen (t.b.v. opwinden)
- De veren voor de belhamers
- De gegoten hoekornamenten op de wijzerplaat
- De diepe sleuven in de snek
- De draairichting van het schakelrad (omgekeerde tanden)
- De ronde onversierde pilaar in het midden van het uurwerk
- De ongebruikelijke snekstuitingen (t.b.v. opwinden)
- De veren voor de belhamers
- De gegoten hoekornamenten op de wijzerplaat
Bovenstaande kenmerken in ogenschouw genomen, is het
nagenoeg zeker dat we met een unieke tafelklok te maken hebben die vervaardigd
is door Goslink Ruempol. Buiten de prachtige stoelklokken en twee bijzondere
staande klokken die hij al op zijn naam heeft staan, kan er nu een bijzondere
en zeer fraaie tafelklok aan zijn oeuvre toegevoegd worden.
Voor de klokkenliefhebber is het ook nog eens meegenomen dat de klok vrijwel
doorlopend te zien is in de Fraeylemaborg waar naast deze tafelklok nog meer
klokken te bewonderen zijn en een bezoek
is dan ook zeker aan te raden.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Robert Schilten, Restaurateur van antieke klokken te Zutphen.
Met dank aan:
De Fraeyelemaborg
Van der Wijck Stichting
Hillebert Siemensma
Van der Wijck Stichting
Hillebert Siemensma
Geraadpleegde literatuur:
Achterhoekse klokken en Uurwerkmakers, J.L. Sellink, A.F.
Abbink en R.E. Wiggers
De Nederlandse staande klok, J. Zeeman
Dutch Antique Domestic Clocks, J.L. Sellink
Wijzers uit het Oosten, Museum Nederlandse Uurwerk
De Nederlandse staande klok, J. Zeeman
Dutch Antique Domestic Clocks, J.L. Sellink
Wijzers uit het Oosten, Museum Nederlandse Uurwerk