Tijdsregistratie in het verleden
Ook in vroeger tijden was er de behoefte om werknemers te controleren. Sinds het prille begin van industriële revolutie in Groot Brittanië is waarschijnlijk de vraag ontstaan om controle op werknemers uit te oefenen. Deze behoefte zal waarschijnlijk eerst ontstaan zijn bij beroepen die slecht te controleren waren en die de werknemer zelfstandig zonder toezicht moest uitvoeren. Één van die beroepen waarbij het noodzakelijk was om te controleren op tijd was het beroep van nachtwaker. Daarnaast was het bij nachtwakers ook belangrijk om te weten of ze wel tijdig bij bepaalde controlepunten aanwezig waren geweest.
De eerste controleklokken stammen dan ook uit de 18e eeuw en werden “Noctuary clocks” genoemd. Noctuary betekend; “Registratie van wat er ‘s nachts gebeurd” of een “nachtelijk journaal”. Deze nachtregistratieklokken of nachtwakerklokken werden in de 18e en begin 19e eeuw uitgevoerd als staande klok of als tafelklok. Er zijn vroeg 19e-eeuwse uitvoeringen van deze klokken bekend en gedocumenteerd.
Omdat het bij nachtwakers ook wenselijk was om te controleren of ze op een bepaalde tijd bij de vaste controlepunten gesurveilleerd hadden, ontstond de vraag naar draagbare tijdrecorders. Dit was namelijk veel goedkoper dan overal vaste klokken neer te zetten. Het principe was om bij elk controlepunt een andere gecodeerde sleutel te hangen. Wanneer de nachtwaker vervolgens op z’n ronde bij dit controlepunt kwam moest hij met de sleutel de tijdrecorder bedienen. In de tijdrecorder werd dan een merkteken op een papieren schijf of rol gezet waardoor achteraf gecontroleerd kon worden op welke tijd de nachtwaker bij de verschillende controlepunten geweest was. Deze draagbare tijdrecorders komen in het midden van de 19e eeuw voor het eerst voor en ze zijn pas sinds een jaar of 20 jaar uit het industriële straatbeeld verdwenen.



De papieren schijf heeft een bovenzijde en een onderzijde die beide voorzien zijn van een tijdsschaal van 12 uur. De tijdschaal die vanaf de buitenkant van de klok te zien is, loopt 6 uur voor op de tijdschaal die aan de achterzijde gedrukt is. Dit is gedaan om bij de stempelopening (aan de achterzijde van de papieren schijf) dezelfde tijd te hebben als in het kijkvenster zichtbaar is. Anders zou immers 1 van de 2 niet overeenkomen met de werkelijke tijd. Aan de uurindeling is ook te zien dat de schijf tegen de klok in draait.
Onder de papieren schijf bevindt zich een schijf carbonpapier om een afdruk te maken van de stempel die op de schijf gedrukt werd. In afbeelding 3 is de achterzijde van de papieren schijf te zien.


Dat tijdregistratie van werknemers van alle tijden is, mag geen verassing zijn. Maar dat dit al zolang door middel van mechanische klokken geregistreerd wordt is een leuke wetenswaardigheid. Deze klok is daar een leuk voorbeeld van.