Hendrik Hogenberg & Daniel van Barkel - Deel 3 van Barkel

Inleiding

Dit derde en laatste artikel over de Gronings klokkenmakers Hendrik Hogenberg en Daniel van Barkel zal dieper in gaan op de stoelklokken gemaakt door Daniel van Barkel en nog een aantal Groningse klokken die mogelijk van andere makelij zijn.

Van Barkel 1728

Er zijn twee duidelijk gesigneerde stoelklokken van Daniel van Barkel bekend, de eerste klok is met slagletters op de voorste stijl gesigneerd en gedateerd “DANIEL V. BARKEL 1728”. Deze klok is in vele klokkenboeken besproken en goed afgebeeld in Antieke Nederlandse Klokkken van J.W Voogd (pag 124-125). Helaas zijn er geen goede foto’s beschikbaar voor dit artikel.
De klok heeft een eenvoudig en rustig uiterlijk, op het loodwerk bovenop de wijzerplaat en beide zijden van het uurwerk na is er geen loodwerk aanwezig op de klok. De kap van de kast is geprofileerd, hetgeen ook voorkomt bij Oost Nederlandse stoelklokken. Ook de stoel waar het uurwerk op staat is aan de zijden geprofileerd en is niet van loodversiering voorzien. De vaasoren aan beiden zijden van de achterplank hebben een bijzondere vorm en hebben een extra verbindingsstuk halverwege de oren naar de achterplank toe. De wijzerplaat heeft net als bij Hogenberg wangen en typische Gronings wijzers, ook heeft de klok datumaanduiding door middel van een trapezium vormig venstertje boven de cijferring.
Het uurwerk is bijzonder fraai afgewerkt en heeft een dubbele zolder, ronde stellingpoten met een ring in het midden van de stellingpoot en vierkante basementen. Het uurwerk heeft dubbel slagwerk en de bokkepoot heeft een ‘normale’ vorm. De wekkerrem bestaat uit twee delen en heeft een piramidevormige ijzeren steun die aan de zolderplaat bevestigd is. De as van de wekkerrem steekt niet, zoals bij Hogenberg, door de stellingpoot heen. Het uurwerk heeft aan de linkerzijde een geprofileerde slagwerkpilaar en aan de rechterzijde een dwarsligger met een stang naar de horizontale hameras die op de bovenste zolderplaat gemonteerd is. De dwarsligger voor de slagwerklichter heeft een schoppenvormig plaatje dat onder spanning gehouden wordt door een gebogen veer die aan de zolderplaat bevestigd is.


Afbeelding 1
Van Barkel 1732

De tweede gesigneerde van Barkel klok bevindt zich in de collectie van Jan Woldring en is te zien in afbeelding 1. Deze stoelklok is ook op de voorstijl met slagletters gesigneerd en gedateerd “V:BARKEL N:16 1732”. De klok is qua kast en uurwerk behoorlijk gelijkend aan de eerst beschreven klok, toch zijn er ook kleine verschillen; het uurwerkplankje is voorzien van loodstrippen, de uurwijzer is anders van vorm en de wijzerplaat en uurwerk hebben een ander model loodversiering. Het uurwerk is te zien in afbeelding 2 en 3, hier valt op dat de stellingpoten van deze klok geen ring in het midden van de stellingpoot hebben, maar vrijwel geheel glad zijn. Wel maakt van Barkel in deze klok weer gebruik van een horizontale hameras op de zolderplaat, een 2-delige wekkerrem en zien we het schoppen-vormige plaatje weer terug.

Wanneer we beide stoelklokken goed bekijken, kunnen de volgende specifieke kenmerken aan van Barkel worden toegeschreven:

  • Geprofileerde kap (dus geen kaplood)
  • Afwijkende vorm vaasoren
  • Uitstekende cijferring (wangen)
  • Zeer fraaie uurwijzer
  • Wekkerrem uit 2 onderdelen (incl. Steun)
  • IJzeren Pyramide vormige steunen voor wekkerrem en wisselmechaniek
  • Horizontale belhameras boven op het uurwerk
  • Gebogen veer voor dwarsligger slagwerk, bevestigd aan de zolderplaat
  • De veer voor de dwarsligger drukt op een schoppen-vormig plaatje

Vermeld moet worden dat van deze kenmerken er een aantal ook voorkomen op enkele klokken van Hogenberg en de uurwerken dus relatief lastig van elkaar te onderscheiden zijn. Ook gaat het hier weer om de combinatie van kenmerken die tot een van Barkel klok leiden.

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Kleine verschillen

Beide beschreven van Barkel klokken zijn van hoge kwaliteit en verschillen niet enorm van de klokken van Hogenberg, toch zijn deze verschillen er wel degelijk. Omdat deze verschillen belangrijk zijn om de klokken van deze twee makers te kunnen onderscheiden, worden de meest in het oog springende van Barkel kenmerken die meestal niet bij de klokken van Hogenberg voorkomen hieronder weergegeven;

  • De kap van de kast heeft geen loodwerk
  • De vaasoren zijn anders van vorm
  • De wekkerrem is in 2 delen (i.p.v. 3 delen) en steekt niet door de stellingpoot heen
  • Het gebruik van ijzeren piramidevormige steunen
  • De bokkepoot is van een normale vorm
  • Een schoppenvormig plaatje aan de dwarsligger voor de slagwerklichting

Hier moet echter bij opgemerkt worden dat de gesigneerde Hogenberg-klok van afbeelding 1 uit deel 2 van dit artikel ook een piramidevormige ijzeren steun heeft en dat het schoppenvormige plaatje ook op een klok van Hogenberg voorkomt.

Papieren klokken

Afbeelding 4
Een oude advertentie van een lang vervlogen kunst & antiekhandel laat een plaatje zien waar een stoelklok op afgebeeld wordt met daaronder een korte beschrijving van de klok. Dit plaatje is interessant omdat in de bijbehorende omschrijving vermeld wordt dat de klok op de voorstijl gesigneerd is “D.v.B. 1732”. De klok wordt door de adverteerder toegeschreven aan Daniel van Barkel hetgeen logisch lijkt maar hier niet bevestigd kan worden omdat er geen beelden van het uurwerk zijn die dit kunnen bevestigen.
Het betreft namelijk een Fries uitziende stoelklok met een kast die meerminnen heeft , loodwerk rondom en geen wangen aan de wijzerplaat. De klok heeft een maanaanduiding boven de cijferring en een datumaanduiding binnen de cijferring. Ook valt de fraaie Groningse uurwijzer op met de typische klavervorm (zoals afbeelding 1). De tekst bij de afbeelding vermeld als bijzonderheid dat het wisselrad twee keer zo groot is als het minuutrad.
En dan is er een nog een klok afgebeeld in het boek ‘Nederlandse Klokken’ van Hana (kleurenfoto D) die volgens de schrijver door Daniel van Barkel gemaakt is. De klok ziet er fraai uit en heeft zeer mooie wijzers, echter valt ook op dat de cijferring vanwege dezelfde wijzers te klein is en de wangen van de wijzerplaat niet bedekt. Het ziet er vreemd uit en komt ook niet voor bij andere stoelklokken met wangen. De klok is heeft verder wel een duidelijk Gronings uiterlijk, afbeeldingen van het uurwerk zijn er helaas niet.

Afbeelding 5
Nog meer van Barkel?

Het Groninger Museum heeft een stoelklok in de collectie die mogelijk aan van Barkel kan worden toegeschreven, de klok is afgebeeld in afbeelding 4. Het uiterlijk van de klok is door de jaren een behoorlijk verbouwd en het is maar zeer de vraag of de kast wel bij het uurwerk behoort. De kast heeft latere meerminnen, de wijzerplaat is ontdaan van zijn wangen en voorzien van nieuwe beschilderding en zijlood.


Het uurwerk, dat is afgebeeld in afbeelding 5, is op de voorstijl gedateerd 1729 en heeft vrijwel alle kenmerken die eerder in dit artikel aan van Barkel worden toegeschreven, ook het schoppenvormig plaatje is aanwezig. Opmerkelijk is dat deze klok, in tegenstelling tot de eerder beschreven van Barkel klok, aan beide zijden van het uurwerk een slagwerkpilaar heeft die grote gelijkenis vertonen met die aanwezig in de Hogenberg uurwerken. Het uurwerk heeft dus geen horizontale hameras op de zolderplaat. Kortom deze klok zou zeker door van Barkel gemaakt kunnen zijn, maar zeker is dit allerminst.

Afbeelding 6



Twijfelgevallen

Er zijn twee klokken bekend die kenmerken van beide makers bezitten, de eerste is er één met een fraaie kast die rondom snijwerk heeft. De latere beschildering is zo uitgevoerd dat het hout net marmer lijkt en de kapbekroning is volledig van hout, zie afbeelding 6. Hier moet echter wel de vraag gesteld worden of de kast antiek en origineel is en derhalve bij het uurwerk hoort.
De wijzerplaat van de klok heeft de gebruikelijke wangen en is aan de bovenzijde voorzien van een zeer fraai loodstuk, zie afbeelding 7. Dit loodstuk is vrijwel identiek aan het loodstuk op de gesigneerde Hogenberg klok uit de collectie “De Oude Tijdwijzer” (afbeelding 1, deel 2), ook de uurwijzers zijn vrijwel gelijk van vorm.
Het uurwerk van de klok is te zien in afbeelding 8 en is enigszins afwijkend ten opzichte van de andere uurwerken. De klok heeft dubbel slagwerk, beide belhamers hebben horizontale hamerassen waarvan op beide zolderplaten een hameras gemonteerd is. Het uurwerk heeft dus ook geen slagwerkpilaar aan de linkerzijde van het uurwerk. Het kenmerkende schoppen-vormige plaatje is niet aanwezig, daarnaast is de wekkerlichter anders van vorm, echter wel uit twee delen. Ook de steun voor het wisselmechaniek is anders van vorm. Als laatste valt nog op te merken dat de dubbele zolder minder hoog is als bij de andere uurwerken.

Afbeelding 7
Afbeelding 8

Afbeelding 9
Langere looptijd

De tweede klok, afgebeeld in afbeelding 9 heeft een datumaanduiding door middel van een trapezium vormig venstertje boven de cijferring waarvan de onderzijde breder is dan de bovenzijde. Daarnaast zijn ook de wijzers en het baardlood van een bijzonder vorm.
Ook het uurwerk (zie afbeelding 10) is opmerkelijk omdat het gaande werk een extra rad heeft om een langere looptijd te verkrijgen, hierdoor heeft de klok een relatief klein spilrad. De stellingpoten hebben vierkante basementen en de lichting van het slagwerk gebeurd door 2 pennen op het wisselrad. Dit wisselrad is overigens een stuk groter dan het minuutrad, hetgeen ongebruikelijk is voor een Groningse klok. Verassend genoeg komt dit ook voor bij de klok uit de advertentie van de antiekhandel die eerder in dit artikel beschreven is.
Deze klok heeft een aantal kenmerken die bij Hogenberg voorkomen; de vorm van de kast, de gelijkende slagwerkpilaar en de driedelige wekkerrem. Tegelijkertijd heeft de klok ook kenmerken die bij van Barkel voorkomen: het trapezium vormig datum venster en het grotere wisselrad.
Kortom het is niet duidelijk wie de maker is van deze twee klokken. Op basis van kenmerken zou het zowel van Barkel als Hogenberg kunnen zijn, echter is ook een andere Groningse uurwerkmaker niet uit te sluiten.

Afbeelding 10

Conclusie

Dit artikel heeft aandacht besteedt aan twee uurwerkmakers uit de stad Groningen en hopelijk heeft het bijgedragen aan de kennis over de klokken die toegeschreven kunnen worden aan de Groningse klokkenmakers Hendrik Hogenberg (met zijn zoon Hermannus) en Daniel van Barkel. Beide klokkenmakers zijn gedurende de eerste helft van de 18e eeuw actief geweest in de stad Groningen en waren zeer bekwame uurwerkmakers. Ondanks dat er relatief weinig bekend is over deze klokkenmakers, zijn door een aantal gesigneerde klokken, er bijbehorende specifieke kenmerken boven water gekomen die zeker zullen helpen bij de determinatie van Groningse stoelklokken.
Het blijft echter lastig om de klokken van beide klokkenmakers uit elkaar te houden, zeker met de gedachte dat in de 18e-eeuwse stad Groningen veel meer uurwerkmakers actief waren dan Hogenberg en van Barkel. Deze makers hebben echter geen werk nagelaten wat aan hen kan worden toegeschreven maar zullen ongetwijfeld contact met elkaar hebben gehad en ideeën van elkaar hebben overgenomen. Al met al is hier slechts een klein stukje van de Groningse klokkenpuzzel opgelost en is er nog veel te ontdekken.



Met dank aan:

Marlon Steensma van het Groninger Museum, Jan Woldring, Hans van den Ende, Melgert Spaander en Robert Schilten

Gebruikte bronnen:

Groninger Archief - Catalogus van de verzameling van Minke A. de Visser
Groninger Archief – Alle Groningers
Delpher (website)
Dutch Antique Domestic Clocks - J.L. Sellink
Groningse klokken – H. Bossink
Uurwerkmakerskunst in Nederland 1670-1920 - H. Bossink
De Nederlandse Stoelklok – J. Zeeman
Antieke Nederlandse Klokken - J.W. Voogd
Nederlandse Klokken – W.F.J. Hana
Klokslag 2000 - J. Woldring

Meest gelezen

Een Groningse Stoelklok ?

Stoelklokken van Ter Swaek en Bakker

Oost-Friese Stoelklokken

Stoelklokken zonder wekker

Jan Jacobs, uurwerkmaker te Gorredijk

Een provinciaal Amsterdammertje

Een tafelklok van Goslink Ruempol

Ruempol stoelklokken, een analyse

Tijdsregistratie in het verleden

Een Duitse staartklok